Thema muis en olifant (tegenstellingen)

Woordkaarten (Nederlands)

Bij dit thema kan je tal van tegenstellingen benoemen en rond werken: snel/traag; groot/klein; luid/stil zijn de makkelijkste en voor de kleinste. Hoe ouder hoe meer tegenstellingen maar ook hoe moeilijkere tegenstellingen en dan bv. ook met gevoelens werken verdrietig/blij

 

Muzische vorming - muziek

1/ Snel en traag: de kids horen snelle muziek en trage muziek. De muis loopt snel, de olifant traag. Daarna gaan ze eerst oefenen in de lucht. Bij snelle muziek gaan ze met hun handjes vlug bewegen, bij de trage muziek net traag.  Ze kunnen dit nog eens oefenen met de voeten ook om daarna te oefenen op papier. Bij snelle muziek vlug kleuren en bij trage muziek langzaam. Eerst kan je hen laten krabbelen om daarna cirkels te tekenen want de muis en de olifant gaan op pad. 

2/ Een andere tegenstelling tussen de muis en de olifant is groot en klein. Eerst start je om die tegenstelling uit te drukken. Dit kan terug door snelle muziek en trage muziek of zelf op je instrument snel/traag te spelen. Een extra toets is om bij de trage muziek ook de lage tonen te gaan spelen en bij de snelle muziek de hoge. De kinderen kunnen zich uiten in allerlei vormen traag en snel. Hoe stapt een olifant? Hoe stapt een muis? Daarna kan je starten met je instrument en vlug/traag door elkaar spelen. Tot slot kan ook 1 kindje met bv. de trom gaan bepalen hoe snel of hoe traag ze moeten lopen. De olifant maakt veel lawaai en gaat traag; de muis is stil en stapt vlug.

Muzische vorming - beeld

1/ Een leuk boekje om te werken is 'Waar is Elmer' van David Mcfee.